contractsvrijheid |
In beginsel zijn contractspartijen vrij om af te spreken wat ze willen en met wie ze dat willen. Overeenkomsten zijn er in alle vormen en maten. De contractsvrijheid van partijen (of partijautonomie) is wel begrensd. Partijen bij een overeenkomst moeten handelingsbekwaam zijn. Ook moet de inhoud en de strekking van een overeenkomst niet in strijd zijn met een dwingende wetsbepaling, de goede zeden of de openbare orde. Indien dit wel het geval is, zal dit in de meeste gevallen leiden tot nietigheid van de betreffende overeenkomst. Een contract om iemand schade te toe te brengen is bijvoorbeeld nietig. Juridisch gezien bestaat een nietige overeenkomst niet en gemaakte afspraken kunnen daarom juridisch gezien niet worden afgedwongen. De nietigheid van een overeenkomst hoeft daarom – in tegenstelling tot de vernietigbaarheid – niet te worden ingeroepen; het geschiedt van rechtswege.
Een contractspartij kan een voor haar gunstige afspraak bedingen. In principe geldt dat de wederpartij die daarmee akkoord is gegaan ook aan die afspraak gebonden is. Zelfs als deze afspraak voor de wederpartij nadelige gevolgen heeft. Huurders, werknemers en consumenten worden bij wet wel extra beschermd; zij worden bij wet bestempeld als zwakkere contractspartijen. Van een wetsbepaling ten gunste van deze zwakkere contractpartijen mag niet snel worden afgeweken (dwingend recht).