Portacabin-arrest

Home > Woordenlijst > Portacabin-arrest

Wat houdt het Portacabin-arrest in?

Artikel 3:3 BW luidt:

“Onroerend zijn de grond, de nog niet gewonnen delfstoffen, de met de grond verenigde beplantingen, alsmede de gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd, hetzij rechtstreeks, hetzij door vereniging met andere gebouwen of werken.”

In het Portacabin arrest formuleerde de Hoge Raad de maatstaf om te bepalen of gebouwen duurzaam met de grond verenigd zijn in de zin van artikel 3:3 lid 1 BW en onroerend zijn. De Hoge Raad oordeelde in het Portacabin-arrest dat een gebouw duurzaam met de grond verenigd kan zijn in de zin van artikel 3:3 BW, doordat het naar aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven. Dat het gebouw (in de zaak: een portacabin) technisch gezien zou kunnen worden verplaatst, doet hier niet aan af.

Voor de beantwoording van de vraag of een gebouw of een werk bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven, moet volgens de Hoge Raad gekeken worden naar de bedoeling van de bouwer of degene in wiens opdracht het bouwwerk wordt aangebracht voor zover deze naar buiten toe kenbaar is. In het Portacabin-arrest werd gekeken naar de omstandigheden dat de portacabin visueel één geheel met de grond vormde doordat de portacabin aan de onderzijde was voorzien van een (demonteerbare) plint. Ook waren onder meer de omstandigheden van belang dat de portacabin door middel van leidingen was aangesloten op het gas-, water- en elektriciteitsnet, was aangesloten op de riolering en een telefoonaansluiting had.

Specialismen: