Bescherming van persoonsgegevens 2.0 |
![]() |
Auteur: mr. Mareille Tol |
Het is nodig dat de overheid stopt met het makkelijk toegankelijk maken van woonadressen via het Kadaster en het Handelsregister. Dat schrijft de Autoriteit Persoonsgegevens in haar advies over het wetsvoorstel ter strafrechtelijke vervolging van doxing (publiceren van iemands persoonsgegevens om diegene bang te maken). Een wetsvoorstel van toenmalig minister van Justitie en Veiligheid, Ferdinand Grapperhaus. Ook in het tv-programma “De Hofbar” van Rutger Castricum wordt dit terecht aan de kaak gesteld. Het is aan de overheid om de toegang tot de bronnen van gegevens die voor doxing worden gebruikt te beperken.
Bedrijven en organisaties die persoonsgegevens (zoals woonadressen) van mensen verwerken, moeten privacywetten naleven. Onder “verwerken” valt onder andere doorzenden, verspreiden of beschikbaar stellen van persoonsgegevens. Een bedrijf moet altijd een wettelijke grondslag hebben voor de verwerking van persoonsgegevens. De persoon om wie het gaat, moet bijvoorbeeld uitdrukkelijk toestemming hebben gegeven voor de verwerking of de verwerking moet noodzakelijk zijn ter uitvoering van een overeenkomst met de betreffende persoon. Dit omdat iedere verwerking een inbreuk is op iemands privacy. Het bedrijf mag persoonsgegevens alleen verwerken als het echt niet anders kan.
Dit staat in schril contrast met de manier waarop de Kamer van Koophandel en het Kadaster met persoonsgegevens van mensen omgaan. Volgens de huidige wet- en regelgeving kunnen persoonsgegevens via het Handelsregister en het Kadaster eenvoudig worden verkregen. Degenen die adresgegevens via voornoemde bronnen opvragen, hoeven niet aan te tonen dat zij een specifiek belang hebben bij het verkrijgen van die gegevens. Woonadressen van thuiswerkende zzp’ers via het Handelsregister van het KvK en die van eigenaren van een pand via het Kadaster komen zo makkelijk op straat te liggen.
De Autoriteit Persoonsgegevens adviseerde het ministerie van Economische Zaken en Klimaat vorig jaar om woonadressen van thuiswerkende zzp’ers af te laten schermen. Dit advies werd niet overgenomen door het ministerie. Ook de check op de reden van opvraging van gegevens uit het Kadaster heeft bij de regering geen prioriteit. Hopelijk vestigen de Autoriteit Persoonsgegevens en Rutger Castricum nu voldoende aandacht op dit onderwerp en is de kogel straks wel door de kerk om de privacy van burgers zo optimaal mogelijk te beschermen.